maandag 21 november 2011

NVB jaarcongres 2011 voorwoord en het debat "zoeken naar informatie op het internet"

Het onderstaande verslag is niet compleet, ik heb de voor mij belangrijkste onderwerpen in het verslag opgenomen. Mocht men vinden dat het verslag aangevuld moet worden: draag vooral bij door een reactie achter te laten.

Voorwoord van Michel Wesseling:
De volgende congressen vinden in 2012 plaats: in augustus de ifla congres “future of librarian” en in 2012 bestaat de NVB 100 jaar. De datum voor dat congres staat al vast: 15 november 2012.
Michel: “het lekken van de miljoenennota is geen ICT blunder maar een IP blunder er is een gebrek aan informatievaardigheden; verantwoordelijk omgaan met informatie”.

Voordat het debat begon werden er korte presentaties gehouden door de drie presentatoren (Stine Jensen, Geert Lovink en Marleen Stikker).
Op jonge leeftijd is Stine Jensen van Denemarken naar Nederland gemigreerd. Stine heeft het boek "Echte vrienden in tijden van Facebook, geenstijl en wikileaks" geschreven. Het boek “De Barbaren” van Allessandro Baricco is volgens Stine een aanrader. Stine schetst in haar boek de veranderingen van het internet. Het boek is speciaal geschreven voor de gewone gebruikers van het internet. Iedereen is nu aan de haal gegaan met ons vak. Belangrijkste metafoor: hoe onderscheid je de waarde? Dit is de taak van de toekomst voor informatieprofessionals. Twaalf definities van identiteit Rob Meijer: 
Het volgende ontbreekt: ik communiceer dus ik ben en ik heb een vriend (social friends). Behalve informatie inschatten moeten ook de contacten ingeschat worden: vriendschappolitiek 2.0. De sociale contacten zijn nu ook informatiehandelswaar. Personificeren van informatie wordt enorm gewaardeerd op social media. Niet alleen tekst is belangijk maar ook beeld (zoals het plaatsen van foto’s op Facebook).  ‘Ik lek zelf informatie’ ontbreekt ook in de 12 definities van Rob Meijer. De hiërarchie van de informatiestroom verdwijnt, een bericht over Syrie op Facebook staat bijvoorbeeld vlak naast een bericht met de mededeling  ‘net naar de kapper geweest’.

Intiem kapitaal - gebeurd nu op Facebook (social media).  Bedrijven gebruiken onze informatie die wij op het internet plaatsen, bedrijven kopen deze: persoonlijk info is handelswaar. Er wordt verondersteld dat het internet democratiseert echter dit is een zogenoemde ‘netdelusion’; je zoekt altijd hetzelfde informatie op. Je komt dus niet in aanraking met andere informatie. Niet democratiserend dus. Volgens Stine kan de informatie professional hieraan een bijdragen leveren. Transparentie versus privacy. Wij assisteren in de bibliotheek van informatie. De toename van contacten ziet er ongeveer zo uit via de social media, kennis, vriend, collega en volger. We hebben een veel rijker jargon nodig voor het om gaan met informatie en social media. Stine gaf verder niet aan hoe dit dan zou moeten worden benoemd.

Recensent van het internet Geert Lovink (netcriticus), geeft les aan de UvA en is betrokken in het lectoraat institute of network cultures. Geert gaf een overzicht van onderzoeken waarin hij betrokken is. 

  1. Video Vortex 4-5 jaar geleden mee begonnen. Hier wordt gekeken naar hoe kunstenaars omgaan met curatie van informatie dus niet alleen user content, niet alleen om de mogelijkheid om iets te uploaden en ergens deel te nemen, maar hoe we gezamenlijk zin aan geven en een mening hebben over kunst.
  2. Wikipedia research initiative. Wikipedia is de zeven na grootste website( non profit) van 100 grote internetbedrijven. Het Wikipedia research initiative wil verder dan alleen statistisch onderzoek zoals bijvoorbeeld de globalere rol. Er is nog veel op aan te merken op Wikipedia. Er zijn weinig vrouwen die deelnemen in Wikipedia. Het is een grote uitdaging om er een internationaal project van te maken.
  3. Een ander onderzoek gaat over ebooks en ereading op 22 en 23 maart zal in de OBA een internationale conferentie worden gehouden (unbound book 2).  
  4. Daarnaast loopt het onderzoek ‘Society of the quere, stop searching, start questioning!’ Er is te weinig bekend over het impact van cultureel zoeken (het zoekgedrag van de maatschappij op het internet). Ook van dit onderzoek vindt er een conferentie plaats op 9 en 10 maart: ‘Unlike us, understanding social meda monopolies and their alternatives’.
Marleen Stikkers: iedereen (ongeacht beroep) neemt verantwoordelijkheid over het eigen leven tegelijkertijd staan we in ontwikkeling ‘van’ (het internet) terwijl we ook consument zijn. Het zit in ons menselijk aard om dingen her te gebruiken. Je kunt data visualiseren maar visualisatie moet wel context hebben. Je hebt niets aan alleen een plaatje van data. Hierin ligt een rol voor informatieprofessionals: betekenis creëren  Appsvoornederland.nl is ontwikkeld met mensen buiten het informatievak.  Waarom zouden we opendata willen (democatie, efficiency, innovatie (versnellen) en leefklimaat). Bedoeling van opendata is dat iedereen toegang heeft tot dezelfde informatie. Volgens Marleen is het essentieel om buiten het vak te stappen ideeen uit te wisselen met mensen uit andere disciplines, zo kom je tot creatieve/innovatieve oplossingen. Marleen eindigt met “Informatieprofessionals moeten meer facilitator zijn dan wegwijzers”.

Debat zoeken naar informatie op het internet 
Pieter Jan Hagen leidde het debat en wilde weten hoe zocht, misschien met Google? Hij antwoordde nee, want hij zoekt voornamelijk in Wikipedia (gemeenschappelijke encyclopedie). Vervolgens gaven de 3 sprekers aan dat men argwanend moet zijn tegenover allerlei andere media niet alleen internet maar ook kranten en tv . Wikileaks is een corrigerende factor voor het publiek. Het is nodig om de politiek van die grote bedrijven te snappen zoals Google. Mediaeducatie bij basischoolleerlingen werd ook geopperd. Hoe we worden bedonderd door Google; vaak klopt informatie niet, het is een commerciële onderneming, is dat erg? Niemand weet de blackbox (algoritmes) van Google. Informatieprofessionals zijn niet mediailliterate maar technologieilliterate (wat is algoritme? bijv.). Het boek "the filter bubble" is een aanrader. Dat men andere zoekresultaten te zien krijgt dan iemand anders is niet goed voor de democratie "ik zie alleen maar wat ik wil". Hetzelfde geldt voor het zoeken naar soortgelijke contacten en niet naar corrigerende contacten. Niet iedereen is gelijk volgens Google (verschillende zoekresultaten).  Het internet is niet open en gelijk, de definitie van internet moet dan veranderd worden. De discussie kreeg een andere wending vanuit het publiek want het bovenstaande is allang bekend onder de informatieprofessionals, wij zijn meer geïnteresseerd in de ontwikkelingen voor de informatieprofessional? Wat is de nieuwe rol? Voorbeeld van de politie werd aangehaald, de politie moet nu in Nederland twitteren.  Informatieprofessionals moeten zich ook meer mengen in het publieke debat. De rol van de informatieprofessional is te neutraal en het is een ideologisch rol gaf Stine aan. Uit het publiek werd Edwin Meijnsbergen geciteerd: het nieuwe zoeken is vragen stellen aan je sociale contacten via social media. Volgens Stine zijn ‘weak ties’ de kracht van de social media. Tot slot vroeg Jan Pieter Hagen hoe het internet over 20 jaar eruit zal zien. Welke informatie zou weg moeten (anonieme vrijheid), zou een rol kunnen zijn voor de informatieprofessional. Tot slot was Marleen aan het woord en zij was van mening dat wij over 20 jaar niet meer over internet praten (net zoals we nu niet meer elektriciteit spreken). De informatieprofessional moet zich zelf zien als medeontwerper van het internet de komende 20 jaar.

Het is jammer dat het debat te lang inging op zaken die wij al wisten zoals dat het internet niet betrouwbaar is. De presentaties vooraf het debat waren daarentegen erg interessant om te volgen, vooral de menselijke beredenering betreft social media kwam goed naar voren in de presentatie van Stine Jensen. Informatieprofessionals dienen ook meer te weten over de menselijke beredenering op het internet, zodra dat duidelijk is, wordt het makkelijker om ons vak aan te sluiten op de wensen van gebruikers. Het feit dat beeld (het visuele) naast tekst van belang is (een persoonlijke foto (social media) en visualisering van data (opendata)), kwam naar voren in zowel Stine’s presentatie als van Marleen. Tijdens het debat kwam ook de leestip "Over de echte waarde van online netwerken" van Tom Gouman naar voren vanuit het publiek. Zelf heb ik track 1 "het vak" gevolgd. Verslag hiervan zal binnenkort geplaatst worden. Voor meer info/presentaties van  het NVB Jaarcongres 2011, zoek op Twitter met #nvb11. 

zaterdag 5 november 2011

Onderzoek Cisco: gebruik social media en eigen mobiele apparaten voor jongeren belangrijker dan hoogte salaris

Jonge professionals en studenten willen ongehinderd gebruikmaken van social media, hun mobiele apparaten en internet tijdens hun werk. Die wens is zelfs zo sterk dat dit hun keuze voor een werkgever beïnvloedt, soms zelfs meer dan het geboden salaris. Dit is een van de uitkomsten van een internationaal onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van Cisco.

Deze en andere onderzoeksresultaten uit het tweede deel van het 2011 Cisco Connected World Technology Report laten zien hoe belangrijk flexibiliteit is voor volgende generatie werknemers. Flexibiliteit om thuis te werken en eigen apparaten te gebruiken, een fenomeen dat bekend is als ‘Bring Your Own Device’, of BYOD. Verrassend genoeg blijkt dat voor de ‘millenniumgeneratie’ traditionele methoden om jonge medewerkers aan te trekken en te behouden minder belangrijk zijn.

Belangrijkste uitkomsten:
  • Voor een op de drie studenten en jonge professionals onder de 30 jaar (33%) zijn het gebruik van social media, flexibiliteit in de keuze voor apparaten en de mogelijkheid om thuis of mobiel te werken belangrijker dan het salaris.
  • Ruim twee op de vijf studenten (40%) en jonge professionals (45%) is bereid om een baan te accepteren met een lager salaris, mits ze daarbij meer vrijheid hebben om social media te gebruiken, zelf hun apparatuur te kiezen en meer flexibiliteit hebben in waar en wanneer ze werken.
  • Ruim de helft van de ondervraagde studenten (56%) laat weten geen baan te accepteren bij een bedrijf dat de toegang tot social media verbiedt, of ze zouden een manier zoeken om dit beleid te omzeilen.
  • Voor 29% van de ondervraagden is de mogelijkheid om op afstand te werken van invloed op hun keuze om bij een bedrijf te werken of om daar te blijven werken.
  • 70% van de ondervraagde studenten denkt dat het niet nodig is om regelmatig op kantoor aanwezig te zijn, behalve voor belangrijke afspraken.
  • Bijna een derde (31%) van de ondervraagden denkt dat hun ervaring en gemakkelijke omgang met social media en mobiele apparaten een rol heeft gespeeld bij het besluit van hun werkgever om hen een baan aan te bieden.
  • Vier op de vijf studenten (81%) willen zelf kiezen welk apparaat ze gebruiken voor hun werk.
  • De helft van de ondervraagden (49%) raakt liever zijn of haar portemonnee kwijt dan de smartphone of ander mobiel apparaat.
  • Ruim drie van de vier professionals (77%) bezit meerdere apparaten, zoals een laptop en een smartphone of meerdere mobiele telefoons en computers.
2011 Cisco Connected World Technology Report Infographic

Lees meer: