maandag 30 januari 2012

Samenvatting artikel “The crisis in research librarianship”

Anderson, R. (July 01, 2011). The Crisis in Research Librarianship. Journal of Academic Librarianship, 37, 4, 289-290.

Het bibliotheekvak ligt momenteel in een huidige crisis met name door bezuinigingen. In het artikel “The crisis in research librarianship” geeft Rick Anderson zijn mening over de crisis waarin wetenschappelijke onderzoeksbibliotheken zich, met name door bezuinigingen, momenteel bevinden. Hij gaat voornamelijk in op de perceptie van de gebruiker (wat vindt de gebruiker waardevol). Hieronder volgt mijn samenvatting van het artikel met de punten die ik benoemingswaardig vind.
Met het huidige internet lijkt het alsof het gebrek aan informatie (zoals voordat het internet bestond het geval was) niet meer bestaat. Met de komst van Google, kan men stellen dat er geen behoefte meer is aan een bibliothecaris want alles is te vinden via Google. Vaak is die gedacht niet juist want sommige vormen van informatie zoals kwalitatieve wetenschappelijke artikelen zijn nog steeds duur en unieke documenten zoals manuscripts en grijze literatuur zijn moeilijk te vinden. In deze gevallen is de bibliothecaris waardevol als gids of als informatiemakelaar.  Het probleem is niet dat bibliotheken geen waardevolle diensten aanbieden aan hun gebruikers. In plaats daarvan stamt de crisis, volgens Anderson, uit de volgende drie feiten:
1. Perceptie is belangrijker dan de realiteit. Hij bedoelt hiermee dat de toekomst van bibliotheken niet bepaald wordt door de mate waarin zij waardevolle diensten aanbieden aan gebruikers, maar dat de toekomst bepaald wordt door het gedrag van de gebruiker.
2. Gebruikers hebben de bibliotheek niet meer nodig als voorheen
Zoals eerder aangegeven in de tekst, is er geen gebrek meer aan informatie waardoor de bibliotheek geen centrale plek meer heeft in de informatievoorziening.
3. Waarde dat niet gewaardeerd wordt heeft geen waarde
Een product is alleen waard wat de consument ervoor wilt betalen. In bibliotheken is dan misschien niet de hoeveelheid geld dat de gebruiker wil spenderen belangrijk, maar wel hoeveel tijd en aandacht hij in de bibliotheek wil stoppen. Het aanbieden van boeken, tijdschriften en workshops worden door de bibliotheek als waardevol gezien. De vraag is of gebruikers hier ook waarde aanhechten. Volgens Anderson hebben de bovenstaande drie feiten de huidige bibliotheekcrisis veroorzaakt. Veel bibliotheken hechten waarde aan de collectie van boeken en tijdschriften. Fysieke boeken en tijdschriften zijn niet meer een doel op zichzelf, zie de voorbeelden van Google Books en Wikipedia. Bibliotheken leggen gebruikers nog steeds op dat er alleen gezocht kan worden binnen de bibliotheek naar kwalitatieve informatie. De waarde die bibliotheken hechten aan fysieke collecties en diensten hebben juist een minimale waarde voor de gebruiker. De bibliotheekwebsite wordt bijna nooit als startpunt gebruikt voor een onderzoek. De gemiddelde universiteitsstudent heeft minder dan vier gesprekken met een bibliothecaris en dat zijn niet eens inhoudelijke gesprekken over het vinden van informatie. De comfortabele studieplekken in de bibliotheek worden meer gebruikt door studenten dan de informatiebronnen van de bibliotheek. Als er dus geïnvesteerd wordt in diensten die niet waardevol gezien worden door gebruikers dan lopen bibliotheken zeker de kans om ‘failliet’ te gaan. Anderson heeft 4 eindsituaties geschetst waarbij de bibliotheek ‘failliet’ kan gaan:

  1. De rol van de bibliotheek kan vervagen doordat digitale informatie geplaatst kan worden bij de Informatie Technologie afdeling.
  2. Android telefoons en laptops maken het binnenkort overbodig om in de bibliotheek te studeren. Omdat er geen behoefte meer is om gebruik te maken van computerruimtes.
  3. Instructieruimtes en klaslokalen binnen de bibliotheek zullen gebruikt worden voor het onderwijs, omdat men niet duidelijk kan aangeven wat er nu precies in de bibliotheek gebeurd.
  4. Uitgevers van digitale content kunnen bij weigering van een licentie door de bibliotheek, rechtstreeks naar het onderwijs gaan en daar een goedkope licentie afsluiten. Met ook het risico dat uitgevers van digitale content besluiten om helemaal geen licenties met bibliotheken af te sluiten.
Als gebruikers bibliotheekdiensten niet waardevol genoeg vinden dan zijn er volgens Anderson twee keuzes, namelijk de gebruikersgedachten veranderen (volgens hem vrijwel onmogelijk) of onze bronnen/inhoud op een andere manier presenteren. En indien we deze laatst genoemde omslag niet zelf maken, zal deze zeker voor ons worden gemaakt. De auteur geeft vervolgens niet aan op welke manier de bronnen/inhoud gepresenteerd kan worden.



1 opmerking:

  1. Anderson heeft gelijk. De bronnen/inhoud zijn de meerwaarde van de bibliotheek. Deze in ieder geval op een aantrekkelijke manier presenteren...

    Inzetten op de bibliotheek als aantrekkelijke studieplek is weinig zinvol. Nu nog in de gunst maar over 5 jaar?

    Inzetten op de bronnen / inhoud lijken me duurzamer om de meerwaarde van de bibliotheek te laten zien.

    BeantwoordenVerwijderen